Rode Poon loopt over de zanderige bodem
Rode Poon – Chelidonichthys lucerna
De rode poon is een fraaie en typische vis, ook wel de knor- of zeehaan genoemd. Zijn borstvinnen zijn geëvalueerd tot een soort pootjes waarmee hij over de bodem loopt. Als er gevaar dreigt en snelheid geboden is, dan strekt hij zijn zijvinnen en vliegt er vandoor.
Uiterlijk
De naam knorhaan komt van het knorrende geluid dat de vis kan maken om met anderen te communiceren en roofdieren af te schikken. Hij maakt dit geluid door het samentrekken van spieren rond de zwemblaas. Het meest bijzondere aan het uiterlijk van de rode poon zijn de soort pootjes die hij heeft als borstvinnen (hierboven ook genoemd). Meestal is de rode poon rond de 30 cm, maar sommige kunnen tot een lengte van 75 cm worden. Ze wegen dan ongeveer 6 kilo. De maximale leeftijd van de vis is 15 jaar.
Voedsel
De rode poon zoekt op de bodem naar voedsel. Dit doet hij met stekels aan zijn lichaam. Dit zijn de zelfde stekels die hij gebruikt om te lopen. Zijn prooien zijn vooral garnalen, zeewormen en kleine vissen.
Leefgebied
De rode poon komt voor in het zoute water van de Atlantische oceaan. Voornamelijk in het noordoostelijke en oostelijke deel hiervan. Ook komt de vis voor in het water van de Middellandse zee. Het dier komt hier voor op veel verschillende dieptes van een kleine 20 meter tot 150 meter onder de zeespiegel.
Visserij
De rode poon word meestal gevangen als bijvangst bij de bodemsleepnetvisserij als vissers aan het vissen zijn op bijvoorbeeld schol of tong. Soms word er wel specifiek gevist naar de vis. Dan word er gebruik gemaakt van flyshooting. Een duurzame methode van vissen die de bodem minder verstoort. Ze behoren volgens de IUCN niet tot de bedreigde vissoorten. Dit komt voornamelijk omdat er dus niet veel specifiek op gevist wordt.